Verklaringsmodellen
Navolgend zijn zes bekende verklaringsmodellen op een rijtje gezet. Elk met een eigen visie op klachten en problemen. Deze modellen worden meestal enkel (mono-methodisch/statisch) of samen (eclectisch) aangeboden en zijn vaak analytisch gestuurd.
Integratieve psychotherapie ziet geen van deze modellen los van elkaar, alle modellen komen aan bod, uitgaande van wat de cliënt in zijn/haar totaliteit in het hier en nu beleeft en nodig heeft.
Integratieve kinder- en jongerentherapie wil boven alle therapeutische werkwijzen uitstijgen met een totaalbenadering van de cliënt en is daarmee overstijgend, vraaggestuurd en procesgericht.
Medici > Medisch model: gericht op lichamelijke oorzaken en symptomen.
‘Zijn er lichamelijke verklaringen die te maken kunnen hebben met deze klacht?’
Ontspanningstherapeut > Stressmodel: gericht op de verhouding tussen draagkracht en draaglast.
‘Kan deze cliënt bepaalde gebeurtenissen/emoties aan?’
‘Hoe gaat dit kind/deze jongere met bepaalde gebeurtenissen/emoties om?’
Gedragstherapeut > Cognitieve en leertheoretische modellen: gericht op het aanleren en afleren van gedrag/vaardigheden. ‘Hoe gedraagt deze cliënt zich?’
Psychoanalytici > Psychodynamisch model: gericht op het onverwerkte verleden. ‘Hoe komt het dat deze cliënt deze klacht nu heeft?’
Relatie- e/o gezinstherapeut, Systeemtherapeut > Systeem- en Communicatiemodel: gericht op het gehele (gezins)systeem. ‘Hoe communiceert dit kind/deze jongere?’
Filosoof/ Existentiële psychotherapie > Transpersoonlijk model: gericht op zingeving- vragen en vorming van identiteit. 'Hoe staat deze cliënt in het leven?'